Het ‘nieuwe’ wonen in voormalige verzorgingshuizen

 

Het ‘nieuwe’ wonen in voormalige verzorgingshuizen

Uit onderzoek door USP Marketing Consultancy in opdracht van Woonzorg Nederland blijkt dat ouderen interesse hebben voor een zelfstandige woning in een voormalige verzorgingshuis. Vooral als zij ook een zorgbehoefte hebben. Dat geeft hoop voor de toenemende leegstand in deze huizen.

Om de leegstand in de zorginstellingen voor ouderen tegen te gaan hebben deze huizen drie opties. Afstoten (verkopen of slopen), transformeren of ontwikkelen tot zelfstandige woningen. USP heeft op vier locaties 800 zestigplussers en 500 kinderen van ouderen ondervraagt of zij iets zien in de laatste optie.

De meeste ouderen hebben nauwelijks nagedacht wat ‘scheiden van wonen en zorg’ voor hen betekent. Zij blijven het liefst wonen in de eigen omgeving, waar hun sociale leven ook plaatsvindt. Als zij toch moeten verhuizen, dan stellen zij behoorlijke eisen aan de grootte en ligging van de nieuwe woning. Zodra er zorgbehoefte ontstaat dan worden deze eisen naar beneden bijgesteld.

Als de grootste voordelen voor zelfstandig wonen in een voormalig verzorgingshuis worden door ouderen genoemd: aanwezigheid van zorg, gezelschap nabij, veilig idee en een kleiner appartement is makkelijker schoon te houden. De nadelen zijn volgens de respondenten: ook de grootte van het appartement, gebrek aan privacy en de slechte reputatie van het huis.

Of de ontwikkeling van een verzorgingshuis slaagt, is afhankelijk van een aantal elementen zoals de concurrentie in de omgeving, de kenmerken van de oudere toekomstige klant, de ligging van het gebouw en het imago van het huis.

Verder wordt door USP geconcludeerd dat marktpartijen de handen ineen moeten slaan om nieuwe woonmarrangementen naast verzorgingshuizen te ontwikkelen. Het is noodzakelijk om ouderen daadwerkelijk een keuze te bieden in een combinatie van wonen en zorg, zoals de overheid heeft beoogd met het scheiden van wonen en zorg.